top of page
SanneVoets21072021ZA-53.jpg

Welkom op mijn blog!

Mijn paarden en ik reisden de hele wereld over en wonnen prijzen op de mooiste wedstrijden. We mogen daarbij rekenen op de steun van een geweldig team van experts en andere toppers. Ik deel graag mijn mening over hoe we met paarden omgaan en leer je wat ik geleerd heb in de sport. Ik geef tips voor je training en nog meer plezier met je paard of pony!

Populaire blogs

  • Foto van schrijverSanne Voets

Over benenflappers en toetsenbordridders



In de podcast van het KWPN sprak stamboekhoofd Jose Avezaat met dressuurcoryfee Bert Rutten. Die zei verschillende opvallende dingen, waaronder dat juryleden zijn achtergebleven in professionalisering en ‘benenflappers’ onterecht hoog waarderen. Die uitspraken pikte de Paardenkrant op en zij vroeg twee juryleden en een KNHS-medewerker erop te reageren. Op sociale media ontstond vervolgens een kleine storm aan reacties. Wat ik jammer vind in de hele discussie, is een gebrek aan nuance en dialoog. Daarom wil ik er graag op reageren, met inbreng van een expert uit mijn eigen team op dit gebied.

Eigenlijk wil ik vooral ingaan op de term ‘benenflappers’, zoals Rutten paarden noemt die met veel spektakel door de baan bewegen maar in de basis incorrect gereden worden. Jammer genoeg stelde de interviewer niet de essentiële vervolgvraag: wat ís dan een correct bewegend paard? En is een paard altijd óf correct gereden óf een benenflapper? Daarover sprak ik met Julia Munne, al ruim tien jaar de fysiotherapeut van mijn paarden. Julia is daarnaast manueel therapeut en osteopaat en heeft een uitzonderlijk oog voor de manier waarop paarden hun lichaam gebruiken.

Biomechanisch: het ideale plaatje

“Om te beginnen,” steekt Julia van wal, “is al dan niet correct bewegen niet zwart of wit, maar een glijdende schaal. Zelfs een goed bewegend paard dat goed wordt gereden, kan stukjes minder correct gaan. Waar Rutten volgens mij vooral op doelt, zijn paarden die wel met een imponerend voorbeen door de baan gaan, maar waarbij het achterbeen niet voldoende tot dragen komt en/of de rug niet goed ‘opschakelt’. In het ideale plaatje zien we een achterbeen dat actief onder de massa wordt gebracht, de rug wervel voor wervel een fractie opbolt en zo de verbinding vormt tussen de achterhand en de voorhand, en het paard met de schoft naar boven gaat bewegen. De schouder krijgt dan meer ruimte om het voorbeen verder naar voren te brengen en de hals en nek kunnen ongeforceerd en op lengte naar boven worden gedragen. Sleutelwoord daarbij is zachtheid. Daarmee bedoel ik dat er geen stukjes van die hele keten worden geforceerd, vastgezet of kort worden getrokken. Nee, de rug moet excentrisch worden gebruikt: met aanspanning in de lengte. Rompstabiliteit is daarbij heel belangrijk. Zonder rompstabiliteit krijg je een minder bewegingsafloop. Correct is een voorbeenbeweging die wordt ingezet vanuit de schouder en borst (de zogenoemde ‘thoracic sling’, je leest er hier meer over). De benenflapper begint de beweging juist in het voorbeen zelf. In de praktijk zie je dan vaak een voorbeen waarin de knie bijna de gehele pas gestrekt is.”

Altijd dieronvriendelijk?

Zelf wil ik even terugkomen op de uitspraken van Rutten, en die van een van de juryleden die de Paardenkrant aan het woord liet. Ik denk namelijk dat dat geforceerde is wat Rutten bedoelt met een benenflapper. De jury die op zijn uitlatingen reageert, zegt dat ze een benenflapper associeert met trekken, knijpen en een niet-harmonieus beeld. Je ziet dan vaak veel staartgezwiep, oren die naar achteren zijn gericht en een open mond. Maar: dat is volgens mij niet altijd zo. Ik denk dat het voor paarden namelijk niet per definitie naar is om minder correct te worden gereden. Een paard dat van nature wat stug is of door een verkeerde training niet meer goed door zijn lijf kan bewegen, vindt het makkelijker zich wat vast te zetten dan zich op een zachte manier aan te spannen. Die vindt dat wel prima. Zijn staart blijft dus rustig en de oortjes staan vrolijk naar voren. Kijk je wat beter, dan zie je vaak wel wat spanning in de mond. Maar wil je beoordelen hoe correct een paard beweegt, dan moet je niet naar de staart, oren of mond staren, en zelfs niet (alleen) naar het achterbeen, maar vooral naar de wervelkolom.

Knap lastig

Die bijna 200 reageerders onder het Paardenkrant-artikeltje zijn er allemaal wel uit: zij weten heel goed hoe het moet, hoe het eruit moet zien en doen dat zelf ook op die manier. Nou, volgens mij is dat niet zo. Het is namelijk best lastig om te zien, nog moeilijker om goed te doen en al haast onmogelijk om het áltijd helemaal goed te doen. Ik weet het ook van mezelf: ik weet in grote lijnen waar ik op moet letten, weet hoe het bij mijn eigen paard moet voelen, maar het lukt me heus niet om het zelf altijd goed te doen. Zie ik andere paarden, dan moet ik soms ook even wat langer kijken voor ik zie wat er nu echt gebeurt in het middenstuk. Wat me vaak helpt als ik via een livestream kijk, is om het beeld even te pauzeren of de slow motion beelden te bekijken.


Tips

Julia geeft ook nog zeven tips om je oog en je gevoel te trainen:

  • Let op wat er in de overgangen gebeurt. Ik vind het uitstrekken zelf niet zo interessant, maar het wegrijden en opvangen des te meer. Blijft het paard dan ook de berg op bewegen? Dan is hij goed in balans en heeft hij waarschijnlijk een goede rompstabiliteit.

  • Op de rechte lijn zijn de meeste paarden makkelijk in balans. Maar beweegt een paard in de hoeken en kleine voltes ook gemakkelijk in hetzelfde ritme, met hetzelfde achterbeengebruik en nog steeds de berg op? Verandert de oprichting of paslengte? Dat zijn indicaties dat het paard niet goed tot dragen komt en zich fixeert in de bovenlijn.

  • De meeste beweging in de wervelkolom zie je in stap en galop. Beweegt een paard met enorm veel voorbeen in draf maar heeft hij nauwelijks sprong in de galop? Grote kans dat de rug strak is.

  • In stap zijn we geneigd vooral naar de overstap te kijken: de paslengte van het achterbeen ten opzichte van die van het voorbeen. Maar eigenlijk zegt dat weinig. Let liever op de buiging in de knie en sprong. Houdt een paard de lage rug vast, maar heeft hij toch veel overstap, dan zwaait hij een relatief recht achterbeen waarschijnlijk vanuit de heup naar voren. Dan zie je wel veel overstap, maar is de stap niet zo correct.

  • Kijk niet alleen naar het voorbeen of het achterbeen, maar probeer de benen als paren te bekijken. In draf betekent dat dat je het linkerachterbeen en het rechtervoorbeen (en andersom) in verhouding wil blijven zien bewegen. Dus niet dat het voorbeen sneller of verder naar voren grijpt dan het diagonale achterbeen. De benen moeten altijd bij elkaar blijven kloppen.

  • Een paard met veel actie in het achterbeen ziet er al snel goed uit. Maar kijk ook wat hij met die actie doet. Geeft hij de energie op een goede manier door de rug naar voren toe door? Dan moet je de schoft naar boven zien bewegen. Zie je wel veel actie maar blijft de schoft horizontaal of zelfs neerwaarts? Dan beweegt de rug onvoldoende soepel door.

  • Een mooie manier om te testen of je paard ‘de goede kant op’ beweegt, is door regelmatig je hand even naar voren te zetten. Dat hoeft maar een paar centimeter te zijn. Je kunt zo heel goed controleren of je paard in balans blijft en in de bovenlijn naar je hand toe ‘rekt’. Ook controleer je zo even je eigen balans en of je niet teveel aan de teugels leunt.


Julia heeft ook een eigen website. Je kunt 'm hier bekijken!

2.719 weergaven

Meer blogs

bottom of page